Ostara/Eostre, lentegodin van eigen bodem
Ostara, beeld: Ineke Bergman |
Aan de Germaanse en Saksische lentegodin Ostara die ook in onze streken werd vereerd, heb ik in mijn boek Godinnen van eigen bodem een hoofdstuk gewijd. Tijdens mijn godinnenopleiding leerde ik dat haar naam naar het oosten verwijst waar de zon opkomt. In ons land werd dit heidense feest dan ook Ooster genoemd. De christenen hebben dat later omgedoopt tot Pasen. Nu nog wordt Pasen in Duitsland Ostern genoemd en in Engeland Easter.
Ostara zou
centraal hebben gestaan tijdens het lentefeest waar er vuren voor haar werden
ontstoken, die als de voorlopers van onze paasvuren beschouwd kunnen worden. Bij
ons zou haar naam verbonden zijn met het Gelderse Oosterhout en Oosterbeek en met
de Isterberg net over de grens bij Oldenzaal.
In wetenschappelijke en sommige paganistische kringen wordt echter getwijfeld of er wel een godin met de naam Ostara heeft bestaan. Harde wetenschappelijke bewijzen zijn er niet, maar haar naam wordt genoemd in oude boeken en handschriften en is verbonden aan voorchristelijke heiligdommen in de natuur.
Ook is deze godin in de 20e eeuw lange tijd verzwegen vanwege het nationaal socialisme in Duitsland. Voor en tijdens de 2e wereldoorlog misbruikten de nationaal socialisten elementen uit de Germaanse mythologie. De blonde Ostara met de blauwe ogen - zoals zij door de tijd heen is beschreven - werd door de machthebbers gepropageerd als hét voorbeeld van de Arische vrouw.
Maar wordt het geen tijd om haar van deze smet te bevrijden? In voorchristelijke tijden of in het Moederland - zoals Annine van der Meer zo mooi schrijft in haar boek Vrouw Holle en de verborgen wijsheid in sprookjes - stonden blond haar en blauwe ogen symbool voor het gouden, wuivende koren en de blauwe bloemetjes van het vlas. Met ras had het absoluut niets te maken.
De monnik Beda
De Angelsaksische monnik Beda schrijft in zijn boek Temporum Ratione dat de heidenen de maand april Eastermônath noemden naar de godin Eostrae.
Waarom zou een monnik een heidense godin verzinnen, haar naam noemen en haar cultus beschrijven? Het is een bewezen feit dat de seizoenswisselingen door onze Keltisch/Germaanse voorouders, die met de natuur leefden, werden gevierd en dat er in voorchristelijke tijden ook in onze streken godinnen werden aanbeden. De christenen hebben dit lentefeest later gekerstend tot het paasfeest en veel van de heidense gebruiken overgenomen.
Jacob Grimm
Ook Jacob
Grimm heeft het in zijn boek Deutsche
Mythologie over de godin Ostara en beschrijft haar behalve als godin van
nieuw leven en vruchtbaarheid ook als godin van water en heilige bronnen. Hij
baseert dat mede op de Vita Caroli Magni
- de biografie van Karel de Grote - van de Frankische geschiedschrijver Einhard
die schrijft dat de maand april op gezag van Karel de Grote Ostarmanoth werd genoemd. Dit komt
overeen met de Angelsaksen bij wie april Eostermonth
heette. Zelfs als de godin Eostre terug te voeren is op de Griekse godin Eos,
de Romeinse Aurora, de Fenicische Astarte, of de Babylonische Ishtar zoals
Grimm veronderstelt, hoeft dat nog niet te betekenen dat er bij ons geen
lentegodin met de naam Ostara werd vereerd. Haar namen mogen dan per land of
streek verschillen, maar het gaat om hetzelfde archetype.
Aat van Gilst
Op pagina 176 van het boek Wijze vrouwen en godinnen van Aat van Gilst staat een deel van een gebed naar een oud handschrift uit het klooster van Corvey in Westfalen, waarin ene Eostar als godin van het nieuwe leven en vruchtbaarheid wordt aangeroepen:
Eoastar, Eoastar,
der aarde moeder,
laat deze
akker gedijen
en groen worden,
hem bloeien,
vruchten dragen,
vrede hem
Op dezelfde pagina van dit boek wordt een 18e eeuwse schrijver Casimir Wasserbach aangehaald, die een heiligdom bij Oesterholz in het Teutoburgerwoud beschrijft.
Lucos ac nemora consecrata diis aput Colstede et fanum Osterae deae prope Osterholz.
Vertaling: Aan de goden gewijde bossen bij Kohlstadt en een heiligdom van de godin Ostera nabij Oesterholz.
De Externsteine
De rotsformatie in natuurheiligdom de Externsteine, foto Ineke Bergman |
Het Ostara-heiligdom bij Oesterholz wordt ook beschreven in het boek Osning - Die Externsteine van Usch Henze.
Het natuurheiligdom Externsteine - gelegen in Nordrhein-Westfalen tussen Osnabrück en Paderborn - bestaat uit 13 zandstenen rotsen die zo’n 70 miljoen jaar geleden zijn gevormd. In de steentijd moet dit al een cultusplaats zijn geweest. Henze schrijft in haar boek dat de Externsteine nauw verbonden is met het 5 kilometer verder gelegen Ostara-heiligdom met de drie Ostaraheuvels en bronnen. Deze krachtplaats ligt in een afgesloten gebied vanwege militaire oefeningen van het Britse leger. De Romeinse geschiedschrijver Tacitus beschrijft de eredienst voor Ostara die hier zou hebben plaatsgevonden.
Henze noemt ook een rots waarin men een geit kan zien en zegt dat het dier op een aspect duidt van de liefdes- en onderwereldgodinnen Freya, Ostara, Holda en Hel, die verankerd zijn in De Godin. Zij zou op een gevlekte geit rijden. De donkere en lichte vlekken van het dier staan symbool voor haar donkere en lichte kant. Voor Ostara werd ook een geit geofferd als zij een Walpurgis sabbath bezocht.
De schrijfster vergelijkt de
Externsteine met Zwedens grootste heiligdom in Uppsala en ziet ook een
vergelijking met New Grange in Ierland.
De Gambach Osterstenen
Er bestond nog een rotsformatie in
Duitsland in Gambach in de deelstaat Hesse die aan Ostara wordt gelinkt. Helaas
zijn er alleen nog overblijfselen van te vinden. Men heeft de rotsen opgeblazen
om aan bouwmateriaal te komen. De naam van de rotsformatie Den Oistirsteynen dateert van 1403. De stenen zijn nauwkeurig
beschreven: de top is kunstmatig afgevlakt en ziet er uit of de plek werd
gebruikt als altaar. Verschillende auteurs hebben deze plek genoemd in verband
met de verering van Ostara. Het is aannemelijk dat dit ook een heidense
cultusplaats in het verleden moet zijn geweest.
Ostara in onze streken
Offer voor Ostara bij de Ostarabeek in Oosterbeek. Foto Karin Haanappel |
Ook in ons land komen plaatsnamen voor met het woord oosten erin. Het Gelderse Oosterhout dat in de 11e eeuw Ostreholt heette en Oosterbeek dat in de 9e eeuw Ostarbac en rond de 10e eeuw Ostarbeke werd genoemd zijn mogelijk plaatsen die aan Ostara zijn gewijd. De Oude Kerk van Oosterbeek, die uit de 10e eeuw stamt, is gebouwd op een bron. De christenen hadden vroeger de gewoonte om hun kerken te bouwen op heidense heiligdommen. Behalve in bossen en wouden werd Ostara ook vereerd bij bronnen. Met Ooster – het feest van Ostara - werden waterbronnen versierd met bloemen. Ook vonden er allerlei rituelen plaats waarbij water een rol speelde.
Duitse geologen
De Zevenslaper of de draak, het krachtdier van Ostara |
Behalve in het boek Tanfana van Rudi Klijnstra en het boek Gaia’s Kracht van Roelien de Lange kon ik weinig informatie vinden over de link van Ostara en de Isterberg. Recent stuitte ik op een verslag uit 2011 van een onderzoeksgroep van geologen die zowel de Externsteine als de rotsformaties van de Isterberg hebben onderzocht.
Het artikel
is geschreven door dr. Gert Meier die opgroeide in het gebied van de Isterberg
en alle mythen en sagen uit de streek kent.
In dit artikel wordt een steen beschreven met 7 inkervingen. Het getal 7 wordt
hierin aan de planeet Venus toegeschreven die volgens Meier symbool staat voor
de godin Ostara/Freya. Er wordt in het artikel een link gelegd tussen de
hagedis/draakachtige kop van de Zevenslaper
- één van de rotsformaties van de
Isterberg - en het krachtdier van Ostara dat de draak zou zijn. Van Sonia
Jensen heb ik ook een afbeelding gevonden waarop Eostre met een draak staat
afgebeeld. GardenStone in zijn boek Eostre
Ostara Eostar sluit niet uit dat de haas als krachtdier later door de christenen
aan het paasfeest is toegevoegd.
Ostara steen
In Duitsland in Westfalen is eind 16e eeuw een votiefsteen van gebakken klei gevonden die aan Ostara wordt toegeschreven. Over de ouderdom van de steen is niets bekend en die is ook niet meer te achterhalen omdat de steen verloren is gegaan. Er is wel een tekening van bewaard gebleven. Daar staat een mannelijke of vrouwelijke figuur op - zo wordt het althans beschreven - maar aan de borsten is te zien dat het hier mogelijk een vrouw betreft. Zij draagt een helm met hoorns erop in de vorm van een halve maan. In haar hand houdt zij een hoorn des overvloeds. Ernaast een stralende zon met daaronder een soort hoefijzer. Boven- en onderaan bevindt zich een spreuk in runentekens die betekent Du guter Osta(ra), aus deinem Antlitz leuchtet. Vrij vertaald: Jij goedwillende Osta(ra), met jouw stralende aangezicht. Ostara is de vrouwelijke vorm van Osta.
Matronenaltaren
Matronenaltaar in Munstereifel Nothen |
In 1958 - bij de plaats Morken-Harff in Rheinland Westfalen Duitsland - zijn meer dan 150 votiefaltaren gevonden uit de jaren 150-250 v Chr. met teksten gewijd aan de matronen Austriahenae. De meeste teksten op de altaren zijn niet compleet maar hun betekenis is duidelijk.
Wetenschappers
hebben de naam Austriahenae
etymologisch aan Eostre/Ostara gelinkt. Deze naam verwijst naar het Germaanse
woord austra dat oosten betekent en kan
gezien worden als indirect bewijs dat de naam Eostre/Ostara niet op zichzelf
staat en het gebruikelijk was dergelijke namen aan godinnen te geven. In het
geval van Ostara als godin van het licht en de dageraad begrijpelijk als je bedenkt
dat de zon in het oosten opkomt.
Ostara leeft voort
Voor mij is
het aannemelijk dat de heidenen, die leefden met de natuur, na alle kou en de
donkere winterdagen de terugkeer van het licht en de zon vierden en daar rond
de lente een godin van het nieuwe leven en vruchtbaarheid voor bedankten. De
namen voor haar mogen dan per land of streek verschillen, maar in onze streken
kan zij Ostara hebben geheten.
Eén ding is
in ieder geval zeker, Ostara is in onze tijd spring levend.
Ineke Bergman
Bronnen
Beda Venerabilis, Temporum Ratione, Complete works, Parijs, 1862
Bergman, Ineke, Godinnen van eigen bodem, Geesteren, 2007
Henze, Usch,
Osning - die Externsteine, Saarbrücken,
2006,
Gardenstone, Eostre Ostara Eostar, Norderstedt, 2015
Gilst, Aat van, Wijze vrouwen en godinnen, Soesterberg, 2001
Gouda Quint, S., Brouwer en Zoon, D., Gelre Vereeniging tot Beoefening van Geldersche Geschiedenis Oudheidkunde en Recht, Bijdragen en Mededelingen, deel LI, Arnhem, 1951
Grimm, Jacob, Deutsche Mythologie, Göttingen, 1835
Klijnstra, Rudi, Tanfana, 2007
Lange, Roelien de, Gaia’s kracht, Geesteren, 2010
Meer, Annine van der, Vrouw Holle en de verborgen wijsheid in sprookjes, 2017
Meier, Gert, Die Echse vom Isterberg bei Bentheim und die Externsteine, Synesis-Magazin nr. 4/2011
Moerman, H.J., Nederlandse plaatsnamen: een overzicht, Leiden, 1956
Website:
http://www.parzifal-ev.de/uploads/media/osterholz.pdf
Mooi, Ineke!
BeantwoordenVerwijderenDank Joke!
Verwijderen