De godin Holle, de heilige Lucia en de rode draad




De godin Holle by Ineke Bergman

  

Dankzij de verering van vrouwelijke heiligen binnen het christendom kunnen we nog iets te weten komen over de heidense godinnen die hun voorgingen. Blijkbaar miste het volk het vrouwelijke element in de nieuwe christelijke godsdienst waarin slechts één mannelijke god het voor het zeggen had. Omdat de oude, vertrouwde godinnen niet meer weg te denken waren uit de samenleving werden er voortaan vrouwelijke heiligen aangeroepen tijdens de verschillende jaarfeesten. Een goed voorbeeld hiervan is de verering van Sint Lucia, patroonheilige van de steden Syracuse en Venetië, die nog trekken vertoont van de Germaanse moedergodinnen Holle en Perchta.

Legenden van Sint Lucia

De maagd en martelares Lucia, die volgens een legende rond het jaar 286 in Syracuse op het eiland Sicilie werd geboren, bezocht met haar moeder het graf van de heilige Agatha. Daar bad ze om genezing van haar moeders ongeneeslijke ziekte, die daarvan terstond en op wonderbaarlijke wijze herstelde. Als dank schonk Lucia al haar wereldse bezittingen aan de armen en beloofde ze voortaan God te dienen. Dit tot woede van de haar toegewezen heidense verloofde, die haar aanklaagde vanwege haar bekering tot het nieuwe christelijke geloof. Lucia werd daarop veroordeeld om in een bordeel te gaan werken, maar verzette zich daartegen uit alle macht, niettegenstaande de vele martelingen die volgden. Eenmaal op de brandstapel, leek zelfs het vuur haar niet te deren. Uiteindelijk doodde de beul Lucia door een zwaard door haar keel te steken. Dat is de reden dat zij vaak wordt afgebeeld met een dolk in haar hals.

 

Santa Lucia, geschilderd door een Florentijnse meester uit de 2e helft 15e eeuw,
te bezichtigen in het Piccoli Grandi Musei in de buurt van Florence


Volgens een andere legende zou zij haar eigen ogen hebben uitgestoken om potentiële huwelijkskandidaten af te schrikken die haar geloof niet zouden respecteren. Daarom zie je ook wel afbeeldingen van haar met een schaal waarop twee ogen liggen, die symbool staan voor het licht, net als de betekenis van haar naam.

 

De heilige Lucia by Domenico Beccafumi 1521


Katholieken hebben over de hele wereld kerken aan de heilige Lucia gewijd. Zij wordt daarom in veel landen vereerd. Ook in ons land bevinden zich Lucia kerken: oa in Ravenstein, Mierlo, Helmond, Lemiers, Beek en Steensel. In het Limburgse Beek wordt Sint Lucia nog steeds op 13 december gevierd. De kerk van het Brabantse Steensel bezit een Luciaklok, één van de oudste kerkklokken is in ons land. Deze klok, die zich bevindt in de middeleeuwse toren van de kerk, werd in 1495 gegoten en draagt als inscriptie Lucia is mynen naem, myn geluyt is gode bequaem, so verre als men my horen zal, wilt got bewaeren overal.

Het rode Lucia-draadje

Gelovigen roepen Lucia onder meer aan tegen keelpijn, pijn in de nek (vanwege de dolkstoot), blindheid en oogkwalen, brand (zij kon de vlammen van de brandstapel weerstaan), besmettelijke ziekten, buikziekten en vrouwenkwalen. Sinds de tweede helft van de 18e eeuw, de tijd van de dysenterie (ook wel rode loop genoemd), is het rode Luciadraadje, een zijden draadje van ongeveer zes centimeter, een beschermend object geworden. Tegenwoordig wordt het meestal in de portemonnee meegenomen, maar vroeger werd het rode draadje bij een bloeding ter genezing in een knoopsgat gedragen of op de kleding vastgemaakt. Ook werd er wel een rode draad tegen keel- en nekpijn om de hals gedragen.
Lucia wordt gezien als de patrones van de huiselijke arbeid, van blinden, van lijders aan oogkwalen, besmettelijke ziekten en vrouwenkwalen, van weeskinderen, van prostituees die spijt hebben en van oogartsen, opticiens, notarissen, concierges en portiers, schippers, wevers en zadelmakers.

Overeenkomsten van Lucia met Holle en Perchta

De heilige Lucia vertoont nog duidelijk trekken van de heidense godinnen Holle en Perchta. Lucia is net als Holle beschermster van huis en hof. Zij hoort net als Holle en Perchta bij het midwinterfeest of de winterzonnewende, dat tegenwoordig 21 december wordt gevierd vanwege de terugkeer van de zon en het lengen van de dagen, maar vroeger in de tijd van de Juliaanse kalender op 13 december viel. Wij kennen in ons land ook het gezegde “Sinte Lucije laat de dagen dijen’’ (langer worden).
De betekenis van de namen Lucia en Perchta vertonen een overeenkomst: Lucia betekent licht en Perchta betekent de glanzende, de stralende.

Perchta en Holle worden wel aangeduid als aanvoersters van de wilde jacht, ook wel wilde heir, hemelse bende of de tijd van de 12 nachten genoemd. Ze razen in de periode van 26 december tot en met 6 januari door de lucht en voeren een leger van overleden voorouders aan die de levenden moeten helpen om de chaos en de kwade geesten van de winter te bezweren.
De wilde jacht is ook waar te nemen als natuurverschijnsel in de aanstormende wolken die afsteken tegen de koude heldere lucht van december. Deze jagende vormen boezemden de mensen angst in. Er is niet veel fantasie voor nodig om er een wilde jacht in te zien. Dit komt overeen met de nacht van Sint Lucia waarvan in sommige streken nog wordt geloofd dat in de Lucia-nacht ieder mens in gevaar is, vooral als het die avond stormt.

 

De wilde jacht door Peter Nicolai Arbo 1872

Heidense gebruiken die door Sint Lucia zijn overgenomen

Ook gebruiken rond Holle en Perchta zijn door Lucia overgenomen. Een oud midwintergebruik was het stilzetten van alles wat bewegen en draaien kon vanaf midwinter. In de streken waar Holle of Perchta werden vereerd moest in de tijd van de 12 nachten alles stilstaan en mocht er niet gesponnen worden. Als je je daar niet aan hield kon Holle of Perchta voor straf je buik opensnijden en met stenen vullen, in sommige streken deden dezelfde verhalen over Lucia als kinderschrik de ronde. Op de plaatsen waar Lucia werd gevierd mocht van midwinter tot kerst ook niet gesponnen worden.

De optochten van de Lucia bruid en haar gevolg doen denken aan de heidense midwinterommegangen: luidruchtige, nachtelijke optochten van gemaskerde jonge mannen, die de overleden voorouders moesten voorstellen, met als doel mensen straffen die zich niet aan de maatschappelijke orde hielden. Net als bij het Ouwe Sunderklaas dat nog steeds op Texel wordt gevierd in de nacht van 12 op 13 december, waarbij de Texelaars zich onherkenbaar verkleden en gemaskerd langs de huizen gaan om met een verdraaide stem en borden met teksten erop bekenden in de maling te nemen. Later op de avond wordt bekend gemaakt wie er achter de maskers zaten en viert men feest. Bewoners worden naar hun huizen gejaagd door duivelse figuren in jute pakken met bezems om demonen te verjagen. Dit feest heeft meer met de midwinterviering van Perchta en Lucia te maken dan met ons Sinterklaasfeest.

In het noorden van Italië lijkt de viering van Sint Lucia wel op ons Sinterklaasfeest. Zij brengt kinderen in de nacht van 12 op 13 december cadeautjes, die zij verstopt in de huizen. Lucia rijdt niet op een paard maar komt langs met haar ezel. Kinderen schrijven ook haar een verlanglijstje en laten hooi achter voor de ezel voor ze naar bed gaan Voor Lucia leggen ze een sinaasappel neer of zetten rode wijn en koekjes klaar. Ouders waarschuwen de kinderen dat als ze die avond niet vroeg naar bed gaan Lucia as in hun ogen komt strooien, waardoor ze blind kunnen worden. De volgende ochtend mogen ze hun cadeaus gaan zoeken.

Ook in Zweden, Noorwegen, Denemarken, Finland en IJsland wordt op 13 december nog altijd het Luciafeest gevierd, hoewel de Katholieken daar niet talrijk zijn. Hier heeft het feest van Lucia weer meer de trekken van de voorchristelijke midwinterviering dat in het teken staat van het terugkerende licht. Er worden optochten met fakkels en kaarsen gehouden. De naam Lucia betekent ook licht, het is afgeleid van het Latijnse woord lux. Meisjes verkleden zich als Lucia in een lange, witte jurk en een groene krans op hun hoofd met brandende kaarsen er in. In processie, gevolgd door een schare zingende kinderen, delen zij aan de boeren versgebakken saffraanbroodjes uit die Lussikatter worden genoemd, een soort duivelskaters die nog zijn terug te voeren op de Germaanse offerbroden. 

 

Zweedse kerstkaart door Adele Soderberg

De rode draad

Heidense godinnen en hun gebruiken blijven als een rode draad door onze geschiedenis lopen. Wat mij intrigeert aan Lucia is dan ook die rode draad. Die is niet terug te voeren op de mythe van Ariadne, waarin een rode draad de Atheense held Theseus uit het labyrint van de Minotaurus leidt. Ook brengt de Lucia-draad geen mensen samen zoals in het oude China werd geloofd: dat een onzichtbare rode draad, die nooit kon breken, mensen verbindt die voorbestemd zijn elkaar te ontmoeten, ongeacht tijd, plaats of omstandigheden waarin ze zich bevinden.

 

Saffraanbroodjes


Het Luciadraadje leidt niet en verbindt niet, maar heeft een beschermende werking. Het zou een gunstig effect hebben op de ogen en bescherming bieden bij menstruatieproblemen en bloedingen. Laten diezelfde eigenschappen nu ook aan rode saffraandraadjes worden toegeschreven! Is het toeval dat de genezende eigenschappen van saffraan overeenkomen met dezelfde kwaliteiten als de rode draad van Lucia? Zou die soms terug te voeren zijn op de rode saffraandraden die ook bij de heidense midwintervieringen in de gevlochten broodjes werden verwerkt? Zeker weten zullen we het wel nooit. Het doet mij in ieder geval goed dat de oude godinnen en hun gebruiken, dankzij hun heilige opvolgsters, niet vergeten worden.

Ineke Bergman

Bergman, Ineke, Godinnen van eigen bodem, Geesteren, 2007. Zie ook facebook.com/godinnenvaneigenbodem

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ostara en de Isterberg

Nehalennia, een mysterieuze godin

De godin Fosta op Ameland